De raad van commissarissen van NS heeft het bod op de hogesnelheidslijn verhoogd tot 178 miljoen euro per jaar om er zeker van te zijn dat de spoorwegen het vervoer binnenhaalden. De rekenmeesters van de NS waren uitgegaan van 150 miljoen, maar de commissarissen deden er 28 miljoen bij.

,,Het was een reëel bod”, zei oud-Philipstopman Jan Timmer, voorzitter van de raad van commissarissen bij de NS (1996-2001), woensdag tegen de parlementaire enquêtecommissie die het debacle met de Fyra onderzoekt. De enquête moet antwoord geven op de vraag waarom de Fyra-treinen vijf jaar te laat gingen rijden tussen Amsterdam en Brussel en er door grote technische mankementen al snel mee moesten ophouden.

Idiote exercitie

,,Het bod was bedoeld om een punt te zetten achter een volstrekt idiote exercitie”, zei Timmer over de openbare aanbesteding, waar hij tegen was. Het bedrag van de extra 28 miljoen noemde hij ,, een slag in de lucht”, net zoals het hele bod een slag in de lucht was omdat de veronderstellingen waarop het gebaseerd was, voortdurend konden veranderen. Hij zei zich er enorm aan te ergeren dat het hoge bod als hoofdprobleem van het dossier wordt gezien. ,,Dat is onzin.”

De voorzitter van de raad van commissarissen zei er zeker van te zijn dat het bedrag later wel omlaag zou gaan. ,,Misschien was het een misrekening dat als het stof was opgetrokken, alsnog redelijke afspraken hadden kunnen worden gemaakt. Het staatsbedrijf NS had de bieding gewonnen. Alle plussen en minnen waren voor de schatkist.” Maar het ministerie wilde later niet meewerken aan lagere tarieven op de Fyra en een lagere afdrage van de NS aan de overheid.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl